[NEWS] Nieuwe maatregel federale regering laat langdurig werkloze mensen met een handicap zonder financieel risico terug aan de slag gaan

Laatst bijgewerkt: 26/07/2024

De angst om financiële ondersteuning te verliezen heeft langdurig werkloze mensen met een handicap vaak afgeschrikt om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Om die drempel weg te nemen, besloot de federale regering om de combinatie van een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) met arbeidsinkomsten te vergemakkelijken voor wie (opnieuw) aan de slag gaat na minstens twee jaar inactiviteit. Voor hen zal er gedurende 2 jaar een hogere vrijstelling zijn op de arbeidsinkomsten bij de berekening van de inkomensvervangende tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming wordt uitgekeerd door de DG Personen met een handicap (FOD Sociale Zekerheid), die de nieuwe maatregel uit het vandaag gepubliceerde Koninklijk Besluit zal toepassen.

Op 29 juli 2024 werd een verduidelijking toegevoegd aan dit Koninklijk Besluit om te specificeren dat deze maatregel van toepassing is op mensen die (opnieuw) begonnen te werken in 2023 of later, maar niet eerder.

Nieuwe maatregel geeft langdurig werklozen met een handicap gemoedsrust bij aannemen job

Tot voor kort zag wie een inkomensvervangende tegemoetkoming krijgt en zijn inkomen met 20% zag stijgen t.o.v. het vorige jaar, zijn tegemoetkoming normaalgezien automatisch verlaagd op 1 januari van het volgende jaar.

Met het nieuwe Koninklijk Besluit is er voor wie na minstens 2 jaar inactiviteit (opnieuw) aan de slag gaat nu een gunstmaatregel.  Dit geldt zowel voor werknemers, ambtenaren als zelfstandigen. Voor hen wordt de drempel om terug aan de slag te gaan dus een stuk lager.

Deze personen met een handicap kunnen gedurende 2 jaar genieten van hogere vrijstellingen op hun inkomen uit arbeid:

  • 100 % voor de schijf van € 0 tot € 25.499,82; 
  • 50 % voor de schijf van € 25.499,83 tot € 30.599,78; 
  • 25 % voor de schijf van € 30.599,79 tot € 35.699,75. 

Hierdoor kunnen ze hun inkomsten uit werk normaliter blijven combineren met de inkomensvervangende tegemoetkoming, dit gedurende een periode van twee jaar.

Voor wie geen twee jaar inactief is geweest, blijven de vrijstellingen voor arbeidsinkomsten bij de berekening van de inkomensvervangende tegemoetkoming onveranderd. Deze vrijstellingen zijn als volgt:

  • 50% voor de schijf van €0 tot €5.943,53;
  • 25% voor de schijf van €5.943,54 tot €8.915,29

Het gaat om het belastbaar inkomen per jaar (geïndexeerde bedragen).

Praktische uitvoering

Iedereen die een tegemoetkoming ontvangt en besluit om na twee jaar zonder inkomen uit werk een beroepsactiviteit uit te oefenen, kan van deze maatregel genieten.

De maatregel geldt voor mensen met een tegemoetkoming die op of na 01/01/2023 (opnieuw) zijn begonnen met werken: hun dossier wordt automatisch herzien sinds 31 december 2023. We gaan er hierbij vanuit dat als er een stijging in de inkomsten is van 20% of meer, dit door een arbeidsinkomen komt. De IVT zal dan aangepast worden volgens de gunstige vrijstellingsregels. Het kan evenwel zijn dat het bedrag van de IVT vanaf 01/01/2024 gelijk blijft of lichtjes vermindert, afhankelijk van hoe hoog het arbeidsinkomen was in 2023. De reeds ontvangen IVT-bedragen in 2023 worden ongemoeid gelaten.

Voor wie begint te werken in 2024 en een IVT ontvangt, gebeurt de herziening vanuit de DG Personen met een handicap op 31 december 2024. Dit betekent dat de persoon zijn huidige IVT zal kunnen houden (behoudens andere reden die tot een andere herziening leiden) tijdens het hele jaar 2024. De tegemoetkoming zal dan daarna, indien van toepassing, aangepast worden op basis van de nieuwe maatregel (op voorwaarde dat iemand in de 2 jaar vóór die tewerkstelling geen inkomsten uit arbeid had).

Om technische redenen zullen de herzieningen en eventuele aanpassingen in de dossiers pas vanaf april 2024 kunnen gebeuren maar retroactief worden toegepast tot op 1 januari 2024

Wat moet je doen om van de maatregel te genieten?

Dankzij het Dimona-systeem en de informatie die de DG Personen met een handicap krijgt van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid hoeven werknemers en ambtenaren de start van hun beroepsactiviteit niet zelf te melden om te kunnen genieten van de hogere vrijstellingen.

Zelfstandigen verwittigen best de DG Personen met een handicap binnen de 3 maand na het opstarten van hun activiteit.

Ontdek meer info en de vaak gestelde vragen in onze FAQ.

Heb je nog andere vragen?

Vind je niet wat je zoekt op deze website? Of heb je een vraag over je persoonlijk dossier? Neem dan contact met ons op.

Naar boven